apologie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apo·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘verdediging’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
  • met het voorvoegsel apo- met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord apologie apologieën
verkleinwoord apologietje apologietjes

Zelfstandig naamwoord

de apologiev

  1. een mondelinge of schriftelijke verdediging van een persoon, zaak of leer tegen onrechtvaardige aanvallen
  2. het verheerlijken, goedpraten, bagatelliseren of ontkennen van ernstige misdrijven zoals volkerenmoord of terreurdaden
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen