analfabet

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·alfa·bet
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 24907
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud analfabet - - - - - -
o enkelvoud analfabet
meervoud analfabete
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
analfabete - - - - - -

Bijvoeglijk naamwoord

analfabet

  1. (neologisme) analfabetisch
    «Du kan bidra met en gave til vårt prosjekt som er oppbygging av skole og utdanning av fattige og analfabete barn i Bolivia.»
    U kunt een bijdrage leveren aan ons project, namelijk het bouwen van een school en het opleiden van arme en analfabetische kinderen in Bolivia.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   analfabet     analfabeten     analfabeter     analfabetene  
genitief   analfabets     analfabetens     analfabeters     analfabetenes  

Zelfstandig naamwoord

analfabet, m

  1. (sociologie) analfabeet (mannelijke vorm), analfabete (vrouwelijke vorm)
    «Hun er en av de mange millioner kvinner som er analfabet og aldri har vært på skole eller ute i jobb i Afghanistan.»
    Ze is een van de vele miljoenen vrouwen die analfabeet zijn en nooit in Afghanistan naar school of werk zijn geweest.
  2. een persoon die volledig onbekend is met een gebied, zoals een politiek analfabeet
Uitdrukkingen en gezegden
  • funksjonell analfabet

Verwijzingen


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈɑnɑlfɑbeːt /, / ɑnɑlfɑˈbeːt /
Woordafbreking
  • an·alfa·bet
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   analfabet     analfabeten     analfabetar     analfabetane  

Zelfstandig naamwoord

analfabet, m

  1. (sociologie) analfabeet (mannelijke vorm), analfabete (vrouwelijke vorm)
  2. een persoon die volledig onbekend is met een gebied, zoals een politiek analfabeet

Verwijzingen