aanpassingsvermogen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanpassingsvermogen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈampɑsɪŋsfərˌmoɣə(n) / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·pas·sings·ver·mo·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  aanpassing  en  vermogen  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanpassingsvermogen	aanpassingsvermogens
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het aanpassingsvermogen o

1. het zich kunnen aanpassen aan veranderde omstandigheden

   • Het aanpassingsvermogen van de samenleving wordt tegenwoordig steeds groter. 

Synoniemen

• adaptatievermogen

Antoniemen

• aanpassingsmoeilijkheden, aanpassingsprobleem, aanpassingsstoornis

Verwante begrippen

• aanpassingsbeleid, aanpassingsfactor, aanpassingskosten, aanpassingsperiode, aanpassingsproces, aanpassingsprogramma, aanpassingstechniek, flexibiliteit

Vertalingen

    1.   

Duits: Anpassungsfähigkeit (de) v Engels: adaptability (en)

Frans: capacité d'adaptation (fr) v Spaans: adaptación (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord aanpassingsvermogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.