Totalschaden
Duits
Uitspraak
- Geluid: Totalschaden (hulp, bestand)
- IPA: / toˈtaːl.ʃaːdən /
Woordafbreking
- To·tal·scha·den
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Totalschaden | die Totalschäden |
genitief | des Totalschadens | der Totalschäden |
datief | dem Totalschaden | den Totalschäden |
accusatief | den Totalschaden | die Totalschäden |
Zelfstandig naamwoord
Totalschaden, m
- (verkeer) total loss
- «Wenn ein Auto einen Totalschaden hat, braucht das noch nicht zu bedeuten, dass das Auto nichts mehr wert ist.»
- Als een auto total loss is hoeft dit nog niet te betekenen dat de auto niets meer waard is.
- «Wenn ein Auto einen Totalschaden hat, braucht das noch nicht zu bedeuten, dass das Auto nichts mehr wert ist.»
- (figuurlijk), (pejoratief) in de uitdrukking: Der hat einen Totalschaden.
- «Der hat einen Totalschaden.»
- Die heeft een klap van (de wieken van) de molen gekregen.
- «Der hat einen Totalschaden.»
Synoniemen
- [2]: Dachschaden
Hyperoniemen
- [1-2]: Schaden
Verwante begrippen
- [1]: Verkerhsunfall