Zoekresultaten
Maak de pagina "gelijk+als" op deze wiki! Zie ook de lijst met gevonden zoekresultaten
- wedstrijd stond gelijk. gelijk zijn aan gelijk zijn aan gelijk eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijken Ik gelijk. gebiedende wijs...4 kB (287 woorden) - 17 mrt 2024 01:58
- Geluid: trok gelijk (hulp, bestand) trok ge·lijk uit trok (werkwoord) en gelijk, hiertussen kunnen nog andere woorden staan trok (...) gelijk enkelvoud...240 bytes (37 woorden) - 13 jul 2017 02:22
- gelijkzetten Ik zette gelijk. Jij zette gelijk. Hij, zij, het zette gelijk. aanvoegende wijs van gelijkzetten Het woord zette gelijk staat in de Woordenlijst...254 bytes (56 woorden) - 20 jan 2018 21:18
- gelijkheid (hulp, bestand) ge·lijk·heid Afgeleid van gelijk met het achtervoegsel -heid. de gelijkheid v het gelijk zijn Tolerantie, gelijkheid, nationale...1 kB (121 woorden) - 18 mrt 2024 04:57
- verleden tijd van gelijkstaan Ik stond gelijk. Jij stond gelijk. Hij, zij, het stond gelijk. Het woord stond gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...247 bytes (51 woorden) - 20 jan 2018 14:49
- tijd van gelijkstemmen Ik stemde gelijk. Jij stemde gelijk. Hij, zij, het stemde gelijk. Het woord stemde gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...211 bytes (52 woorden) - 20 jan 2018 14:40
- tijd van gelijkspelen Ik speelde gelijk. Jij speelde gelijk. Hij, zij, het speelde gelijk. Het woord speelde gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...254 bytes (52 woorden) - 20 jan 2018 13:52
- tijd van gelijkstellen Ik stelde gelijk. Jij stelde gelijk. Hij, zij, het stelde gelijk. Het woord stelde gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...253 bytes (52 woorden) - 20 jan 2018 14:36
- tijd van gelijkrichten Ik richtte gelijk. Jij richtte gelijk. Hij, zij, het richtte gelijk. Het woord richtte gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...255 bytes (52 woorden) - 19 jan 2018 23:35
- verleden tijd van gelijkmaken Ik maakte gelijk. Jij maakte gelijk. Hij, zij, het maakte gelijk. Het woord maakte gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...251 bytes (52 woorden) - 19 jan 2018 22:07
- gelijkschakelen Ik schakelde gelijk. Jij schakelde gelijk. Hij, zij, het schakelde gelijk. Het woord schakelde gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse...263 bytes (53 woorden) - 20 jan 2018 12:31
- trokken gelijk (hulp, bestand) trok·ken ge·lijk uit trokken (werkwoord) en gelijk, hiertussen kunnen nog andere woorden staan trokken (...) gelijk meervoud...250 bytes (36 woorden) - 13 jul 2017 02:23
- liep (…) gelijk enkelvoud verleden tijd van gelijklopen Ik liep gelijk. Jij liep gelijk. Hij, zij, het liep gelijk. Het woord liep gelijk staat in...277 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 15:03
- Geluid: zetten gelijk (hulp, bestand) IPA: / ˈzɛtə(n) ɣəˈlɛik / (4 lettergrepen) zet·ten ge·lijk uit zetten (werkwoord) en gelijk (bijvoeglijk naamwoord)...335 bytes (65 woorden) - 6 jun 2017 19:03
- liepen (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijklopen Wij liepen gelijk. Jullie liepen gelijk. Zij liepen gelijk. Het woord liepen gelijk staat in...289 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 16:57
- (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijkrichten Wij richtten gelijk. Jullie richtten gelijk. Zij richtten gelijk. Het woord richtten gelijk staat...299 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 18:26
- stelden (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijkstellen Wij stelden gelijk. Jullie stelden gelijk. Zij stelden gelijk. Het woord stelden gelijk staat...297 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 19:21
- (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijkspelen Wij speelden gelijk. Jullie speelden gelijk. Zij speelden gelijk. Het woord speelden gelijk staat...298 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 20:02
- stonden (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijkstaan Wij stonden gelijk. Jullie stonden gelijk. Zij stonden gelijk. Het woord stonden gelijk staat in...295 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 19:23
- maakten (…) gelijk meervoud verleden tijd van gelijkmaken Wij maakten gelijk. Jullie maakten gelijk. Zij maakten gelijk. Het woord maakten gelijk staat in...293 bytes (58 woorden) - 25 feb 2017 17:01