Negersportler

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ne·ger·sport·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
nominatief der Negersportler die Negersportler
genitief des Negersportlers der Negersportler
datief dem Negersportler den Negersportlern
accusatief den Negersportler die Negersportler

Zelfstandig naamwoord

Negersportler, m

  1. (pejoratief), (sport) negersporter, negersportman
Opmerkingen
  • Pejoratief gebruikt sinds ongeveer 1970, in eerdere jaaren zonder pejoratieve betekenis [1]

Verwijzingen

  1. Jesse Owens
    Der Spiegel
    Uitgave 1/1956 van 4 jan 1956
    http://www.spiegel.de/spiegel/print/d-31587118.html