Hoden

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈhoːdn̩/
Woordafbreking
  • Ho·den

Zelfstandig naamwoord

Hoden m

  1. zaadbal
    «In den Hoden wird auch das Testosteron gebildet.»
    In de zaadbal wordt ook het testosteron aangemaakt.
Verbuiging