zwiepend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwie·pend

Werkwoord

vervoeging van: zwiepen
verbogen vorm: zwiepende

zwiepend

  1. onvoltooid deelwoord van zwiepen
stellend
onverbogen zwiepend
verbogen zwiepende
partitief zwiepends

Bijvoeglijk naamwoord

zwiepend

  1. ongecontroleerde zwaaiende bewegingen makend
    • Dirk Hut, van oorsprong Groninger, stond beneden op het platform en kon het zwiepende gevaarte maar nét ontwijken. Daarbij kwam hij hard tussen afgebroken onderdelen van het reuzenrad terecht. [1] 
    • Zwiepende hoogspanningskabels leidden tot knipperende lampen in huizen. De stroomonderbrekingen werden veroorzaakt door een fenomeen dat 'lijndansen' heet. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Tubantia Chris Klomp & Victor Schildkamp 10-01-17 Reuzenrad slaat op drift: Nederlander breekt ribben
  2. Tubantia 12-01-17 Rijkswaterstaat druk met strooien en sneeuwschuiven