zwevende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwe·ven·de
Bijvoeglijk naamwoord
zwevende
- verbogen vorm van de stellende trap van zwevend
Werkwoord
vervoeging van: | zweven |
zwevende
- verbogen vorm van zwevend, het onvoltooid deelwoord van zweven
zwevende
vervoeging van: | zweven |
verbogen vorm: | zwevendee |
zwevende