zwembond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·bond
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwem ww en bond
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwembond | zwembonden |
verkleinwoord | zwembondje | zwembondjes |
Zelfstandig naamwoord
de zwembond m
- een overkoepelende vereniging ten behoeve van het zwemmen
- De zwembond hield gisteren haar jaarlijkse ledenvergadering.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zwembond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwembond" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be