zwartleren

Een zwartleren aktentas

Een afgedragen zwartleren jack

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwartleren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwart·le·ren

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zwart bw  en  leren bn 

	stellend
onverbogen	zwartleren
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

zwartleren

1. gemaakt van zwart leer

   ▸ „En als we zingen, dan zingen we ook uit volle borst”, vindt de zanger, gekleed in een spijkerbroek met gaten, wit shirt en zwartleren jack. Hij ontwaart tussen de bezoekers al snel een spandoek van Nick en Simon. Het Voldendamse duo mist Enschede vanwege de griep. „Nee lieverd, ik heb ze niet geïnfecteerd”, zegt Van der Boom.

   ▸ De kledingkeuze van de veiligheidsdienst FSO heeft tot ophef geleid in Rusland. De lange zwartleren uniformjassen die de bewakingsdienst van het Kremlin heeft besteld, zouden te veel doen denken aan de tijd van de communistische dictator Josef Stalin en ook nog eens veel te duur zijn.

Gangbaarheid

• Het woord zwartleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.