zumbaën
Uiterlijk
- zum·baën, zum·ba·en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zumbaën |
zumbade |
gezumbaad |
zwak -d | volledig |
zumbaën
- (sport) (dans) ritmisch bewegen op Latijns-Amerikaanse dansmuziek
- ▸ Op de foto zijn ze aan het zumbaën en bij zo’n omvangrijke familie lijkt het dan meteen of er een feest gaande is.[1]
- Het woord zumbaën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Angelique Mulders“Fotoboek Sanne Donders geeft een inkijkje in het leven van Rotterdammers kriskras door de stad” (14 november 2020) op ad.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Dans in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal