zuigende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zui·gen·de
Werkwoord
vervoeging van: | zuigen |
zuigende
- verbogen vorm van zuigend, het onvoltooid deelwoord van zuigen
Bijvoeglijk naamwoord
zuigende
- verbogen vorm van de stellende trap van zuigend
vervoeging van: | zuigen |
verbogen vorm: | zuigendee |
zuigende
zuigende