zodiac
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- zo·di·ac
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zodiac | zodiacs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zodiac m
- (scheepvaart) een tot soortnaam geworden merknaam voor een professioneel type opblaasboot
- ▸ De inzittenden raakten door de botsing tussen de twee zogeheten zodiacs, snelle rubberboten, te water.[1]
- ▸ Sinds 2010 overwinteren enorme scholen haring in de fjorden rond Tromsø en trekken die op hun beurt weer orka’s en bultrugwalvissen aan. Met een beetje geluk laten deze dieren zich zien. Waar mogelijk maakt u met zodiacs landingen op de spectaculaire eilanden rond Tromsø.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zodiac staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
RUUD MIKKERS“’Geen doden dankzij kapitein’” (05 apr. 2019), De Telegraaf - ↑
Weblink bron “Lezersreis: naar het noorderlicht en Sami in Lapland” (18 okt. 2019), De Telegraaf