zoöp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zo·öp
Woordherkomst en -opbouw
- kofferwoord van zoölogie en coöperatie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zoöp | zoöps |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zoöp v
- samenwerkingsverband tussen mensen en dieren waarbij het belang van de dieren vertegenwoordigd wordt door een mens
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zoöp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.