zikini

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zi·ki·ni
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zikini zikini's
verkleinwoord zikinietje zikinietjes

Zelfstandig naamwoord

de zikinim

  1. een badpak dat met een rits kan worden omgevormd tot een bikini
     BADMODE - Niet weten of je van de zomer een bikini of een badpak naar het strand wilt dragen? Met de zikini heb je ze allebei bij de hand. Dit nieuwe badpak/bikini is ontworpen door een Vlaamse studente. Het badpak kan je met zijn ritsen omvormen tot een bikini. Studente Sarah Parent doopte haar uitvinding tot de zikini.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2023 Weblink bron “Draag jij deze zomer een zikini?” (04 jan. 2016), De Telegraaf