zikini
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zi·ki·ni
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zip zn en bikini zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zikini | zikini's |
verkleinwoord | zikinietje | zikinietjes |
Zelfstandig naamwoord
de zikini m
- een badpak dat met een rits kan worden omgevormd tot een bikini
- ▸ BADMODE - Niet weten of je van de zomer een bikini of een badpak naar het strand wilt dragen? Met de zikini heb je ze allebei bij de hand. Dit nieuwe badpak/bikini is ontworpen door een Vlaamse studente. Het badpak kan je met zijn ritsen omvormen tot een bikini. Studente Sarah Parent doopte haar uitvinding tot de zikini.[1]
Gangbaarheid
- Het woord zikini staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Draag jij deze zomer een zikini?” (04 jan. 2016), De Telegraaf