zijpoortje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijpoortje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛiporcə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zij·poort·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het zijpoortje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zijpoort