zijgt neer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijgt neer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zijgt neer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerzijgen |
zijgt (...) neer
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerzijgen
- Jij zijgt neer.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerzijgen
- Hij zijgt neer.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerzijgen
- Zijgt neer!