zevenhonderdenzesentachtig

Nederlands

0	7	8	6

zevenhonderdenzesentachtig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zevenhonderdenzesentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtɛnˈzɛsənˌtɑxtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdenzesentachtig': /ˌzøvənˌhɔndərtɛnˈzɛsənˌtɑxtəx/

Woordafbreking

• ze·ven·hon·derd·en·zes·en·tach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  zevenhonderd ht,   en vw  en  zesentachtig ht 

Hoofdtelwoord

zevenhonderdenzesentachtig

1. "786", langere vorm van zevenhonderdzesentachtig, zevenhonderd plus zesentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft zevenhonderdenzesentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdenzesentachtig. 

Synoniemen

• zevenhonderdzesentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zevenhonderdenzesentachtig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zevenhonderdenzesentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdenzesentachtig" ht als linkerdeel

• zevenhonderdenzesentachtigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'zevenhonderdenzesentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.