Naar inhoud springen

zelfgegevenheid

Uit WikiWoordenboek
  • zelf·ge·ge·ven·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfgegevenheid zelfgegevenheden
verkleinwoord

de zelfgegevenheidv

  1. evidentie, vanzelfsprekendheid
     De naïviteit waarmee de “klare zelfgegevenheid der verschijnselen” in de natuurlijke leefwereld werd geaccepteerd, moest doorbroken worden om tot onomstotelijke wetenschappelijke vaststellingen te komen[1]
  1. Bronlink Weblink bron
    F.H.J.G.; Bink
    “Beeld en evenbeeld” (2013), Tilburg University