zelfbehaaglijk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zelfbehaaglijk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zelf·be·haag·lijk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zelf  en  behaaglijk 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	zelfbehaaglijk	zelfbehaaglijker	zelfbehaaglijkst
verbogen	zelfbehaaglijke	zelfbehaaglijkere	zelfbehaaglijkste
partitief	zelfbehaaglijks	zelfbehaaglijkers	-

Bijvoeglijk naamwoord

zelfbehaaglijk

1. zichzelf een goed of aangenaam gevoel gevend

Verwante begrippen

• zelfzuchtig

Gangbaarheid

• Het woord zelfbehaaglijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.