zaten dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ten dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtzitten

zaten (...) dicht

  1. meervoud verleden tijd van dichtzitten
    • Wij zaten dicht. 
    • Jullie zaten dicht. 
    • Zij zaten dicht.