zat gevangen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zat ge·van·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gevangenzitten

zat (...) gevangen

  1. enkelvoud verleden tijd van gevangenzitten
    • Ik zat gevangen. 
    • Jij zat gevangen. 
    • Hij, zij, het zat gevangen.