zakt weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zakt weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegzakken |
zakt weg
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzakken
- Jij zakt weg.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegzakken
- Hij zakt weg.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegzakken
- Zakt weg!
Gangbaarheid
- Het woord zakt weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.