zaadvastheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaad·vast·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaadvastheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zaadvastheid v
- de mate van zaadvast zijn
- Die plant heeft een grote zaadvastheid.
Gangbaarheid
- Het woord 'zaadvastheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.