woorddienst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: woorddienst (hulp, bestand)
Woordafbreking
- woord·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woorddienst | woorddiensten |
verkleinwoord | woorddienstje | woorddienstjes |
Zelfstandig naamwoord
de woorddienst m
- het eerste deel van de eucharistieviering waarin gebeden en voorgelezen wordt