wonnen terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • won·nen te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugwinnen

wonnen terug

  1. meervoud verleden tijd van terugwinnen
    • Wij wonnen terug. 
    • Jullie wonnen terug. 
    • Zij wonnen terug. 


Gangbaarheid