Naar inhoud springen

wonnen in

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 jul 2017 om 02:38 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *won·nen in {{-etym-}} *{{vorm-scheidbaar-...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • won·nen in
vervoeging van
inwinnen

wonnen (...) in

  1. meervoud verleden tijd van inwinnen
    • Wij wonnen in. 
    • Jullie wonnen in. 
    • Zij wonnen in.