wolharig
Uiterlijk
- wol·ha·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wolharig | wolhariger | wolharigst |
verbogen | wolharige | wolharigere | wolharigste |
wolharig
- met wollig haar
- De wolharige neushoorn kon hard lopen.
- ▸ Goudzoekers hebben dinsdag in de permafrost van Yukon, een gebied in het noordwesten van Canada, een gemummificeerde wolharige babymammoet gevonden. Het dier zou meer dan 30.000 jaar geleden op de wereld hebben gelopen, meldt de gemeente.[1]
- Het woord wolharig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Zeer zeldzame bevroren babymammoet ontdekt in Canada” (26 jun 2022), NU.nl