wisten af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wis·ten af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afweten

wisten af

  1. meervoud verleden tijd van afweten
    • Wij wisten af. 
    • Jullie wisten af. 
    • Zij wisten af. 

Werkwoord

vervoeging van
afwissen

wisten af

  1. meervoud verleden tijd van afwissen
    • Wij wisten af. 
    • Jullie wisten af. 
    • Zij wisten af. 


Gangbaarheid