wijkwinkelcentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijk·win·kel·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wijkwinkelcentrum wijkwinkelcentra
wijkwinkelcentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het wijkwinkelcentrumo

  1. een winkelcentrum die zich niet in het stadscentrum van een stad bevindt, maar in een wijk daarbuiten
    • Het wijkwinkelcentrum bedient vooral inwoners van de omliggende wijk.