wijkplan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wijk·plan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkplan | wijkplannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het wijkplan o
- een plan dat specifiek zich richt op een wijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijkplan | wijkplannen |
verkleinwoord |
het wijkplan o