wijken achteruit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wij·ken ach·ter·uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achteruitwijken |
wijken (...) achteruit
- meervoud tegenwoordige tijd van achteruitwijken
vervoeging van |
---|
achteruitwijken |
wijken (...) achteruit