werkte zwart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- werk·te zwart
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zwartwerken |
werkte zwart
- enkelvoud verleden tijd van zwartwerken
- Ik werkte zwart.
- Jij werkte zwart.
- Hij, zij, het werkte zwart.
- Ik werkte zwart.
Gangbaarheid
- Het woord werkte zwart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.