werkt
Uiterlijk
- werkt
vervoeging van |
---|
werken |
werkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
- Jij werkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werken
- Hij werkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van werken
- Werkt!
- Het woord werkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.