werken thuis

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  werken thuis    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wer·ken thuis

Woordherkomst en -opbouw

• uit werken (werkwoord) en thuis, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
thuiswerken

werken (...) thuis

1. meervoud tegenwoordige tijd van thuiswerken

Gangbaarheid

• Het woord werken thuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.