werk na

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk na
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
nawerken

werk na

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawerken
    • Ik werk na. 
  2. gebiedende wijs van nawerken
    • Werk na! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawerken
    • Werk je na? 


Gangbaarheid