werk kapot

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  werk kapot    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• werk ka·pot

Woordherkomst en -opbouw

• uit werk (werkwoord) en kapot, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
kapotwerken

werk (...) kapot

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotwerken
   

   • Ik werk kapot. 

2. gebiedende wijs van kapotwerken
   

   • Werk kapot! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kapotwerken
   

   • Werk je kapot? 

Gangbaarheid

• Het woord werk kapot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.