weigelia

Nederlands

1. Een bloeiende weigelia, Weigela fujisanensis 

Uitspraak

• Geluid:  weigelia    (hulp, bestand)
• IPA: / wɛiˈɣelija / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• wei·ge·lia

Woordherkomst en -opbouw

• van de oude naam "Weigelia" voor het plantengeslacht dat door de Zweedse botanicus C.P. Thunberg is genoemd naar de Duitse natuuronderzoeker C.E. von Weigel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	weigelia	weigelia's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de weigelia v / m

1. (plantkunde) sierplant uit het geslacht Weigela , dat van nature voorkomt in Oost-Azië

   • Aan de landschapsstijl hebben we ook in onze boerentuin de binnenkomst te danken van veel nieuwe heesters, als weigelia, sneeuwbes, rododendron en mahonie. 

Synoniemen

• weigela

Afgeleide begrippen

• Amerikaanse weigelia

Gangbaarheid

• Het woord weigelia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weigelia" herkend door:

21 %	van de Nederlanders;
10 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.