weiße

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Weiße

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • wei·ße

Bijvoeglijk naamwoord

weiße

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van weiß

weiße

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van weiß

Bijvoeglijk naamwoord

weiße

  1. bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van weiß

weiße

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van weiß

Bijvoeglijk naamwoord

weiße

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van weiß

weiße

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van weiß