wederinvoering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·der·in·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wederinvoering | wederinvoeringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wederinvoering v
- het opnieuw invoeren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wederinvoering | wederinvoeringen |
verkleinwoord |
de wederinvoering v