watertekort

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  watertekort    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• wa·ter·te·kort

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water zn  en  tekort zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	watertekort	watertekorten
verkleinwoord	watertekortje	watertekortjes

Zelfstandig naamwoord

het watertekort o

1. het minder water hebben dan wenselijk geacht wordt

   ▸ Het Managementteam Watertekorten dat de maatregelen coördineert, heeft ingrepen in petto voor als de verzilting in het westen en de droogte in het oosten van het land toenemen.

   ▸ De problemen door de aanhoudende droogte nemen verder toe. Het wordt in steeds meer gebieden lastig om aan de vraag naar water te voldoen. Toch is dat op dit moment geen reden voor het Management Team Watertekorten om verdere maatregelen te nemen, staat in de nieuwe Droogtemonitor.

   ▸ In de catacomben van het immense Olympiastadion van München stond maandagavond een in oranje gehulde Europees kampioene kogelstoten die zichzelf bewust van de domme hield. Jessica Schilder weigerde stil te staan bij wat ze even daarvoor op het middenterrein had gepresteerd. "Want dan stromen er zoveel tranen dat Nederland in één klap geen watertekort meer heeft."

Gangbaarheid

• Het woord watertekort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.