vuvuzela

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vu·vu·ze·la
enkelvoud meervoud
naamwoord vuvuzela vuvuzela's
verkleinwoord vuvuzelaatje vuvuzelaatjes

Zelfstandig naamwoord

de vuvuzelav / m

  1. (muziekinstrument) een Zuid-Afrikaans blaasinstrument
    • Het geluid van de vuvuzela was oorverdovend tijdens het wereldkampioenschap voetbal. 
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Zelfstandig naamwoord

vuvuzela

  1. (muziekinstrument) vuvuzela