Naar inhoud springen

vult

Uit WikiWoordenboek
  • vult
vervoeging van
vullen

vult

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vullen
    • Jij vult. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vullen
    • Hij vult. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vullen
    • Vult! 
     ' 'Welk huis, Maren?' 'Als je die kast niet vult, wordt het geschenk van Johannes een schandalige geldverkwisting'.[1]
     Stoelen, een wieg - misschien een doodnormale bestelling voor een vrouw die een kopie van haar huis vult, maar ik heb ze niet besteld, dat weet ik zeker.[1]
  1. 1 2
    Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789021809526


vervoeging van
vĕlle

vŭlt

  1. actief indicatief praesens, derde persoon enkelvoud van vĕlle