vrijstaand

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 14 jun 2019 om 16:03 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·staand
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: vrijstaan
verbogen vorm: vrijstaande

vrijstaand

  1. onvoltooid deelwoord van vrijstaan
stellend
onverbogen vrijstaand
verbogen vrijstaande
partitief vrijstaands

Bijvoeglijk naamwoord

vrijstaand

  1. Niet ergens tegenaan staan.
    • Zij wonen een een prachtig vrijstaand huis. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be