vrijstaand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·staand
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: vrijstaan
verbogen vorm: vrijstaande

vrijstaand

  1. onvoltooid deelwoord van vrijstaan
stellend
onverbogen vrijstaand
verbogen vrijstaande
partitief vrijstaands

Bijvoeglijk naamwoord

vrijstaand

  1. Niet ergens tegenaan staan.
    • Zij wonen een prachtig vrijstaand huis. 
     Maandenlang had ik alle specificaties van tenten bestudeerd: gewicht, ruimte, kosten, duurzaamheid, dubbelwandig, enkelwandig, vrijstaand, camouflagemotief, cuben fiber en nylon.[1]

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be