voute
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vou·te
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voute | vouten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) (stenen) gewelf of de ruimte onder een gewelf
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord voute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voute" herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ voute op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be