voorvechtster
Uiterlijk
- Geluid: voorvechtster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvorvɛx(t)stər / (3 lettergrepen)
- voor·vecht·ster
- afgeleid van voorvechter zn met het achtervoegsel -ster [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorvechtster | voorvechtsters |
verkleinwoord |
de voorvechtster v
- vrouw die ergens een voorstander van is en zich daarvoor actief inzet
- Aletta Jacobs was in 1870 de eerste Nederlandse vrouw werd toegelaten aan de HBS. Ze werd de eerste vrouwelijke arts in Nederland en bovendien voorvechtster van vrouwenemancipatie. [2]
- voorstandster, bepleitster, ijveraarster, kampioene, pleitbezorgster, protagnoniste, raddraaister, opstandelinge, strijdster, oproerkraaister, pleitster
- vrouwelijke vorm van voorvechter
- Het woord voorvechtster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.