voorsteekpas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·steek·pas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voorsteken ww en pas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorsteekpas | voorsteekpassen |
verkleinwoord | voorsteekpasje | voorsteekpasjes |
Zelfstandig naamwoord
de voorsteekpas m
- pas waarmee men voorrang krijgt voor diensten waarop men anders langer in de wachtrij zou moeten staan
- ▸ Zakenreizigers in Brussels Airport zullen vanaf deze winter ook gewone toeristen naast zich moeten dulden aan de ‘fast lane’ voor de veiligheidscontrole: Thomas Cook geeft al zijn reizigers vanaf dan een voorsteekpas, waardoor ze maar half zo lang meer moeten wachten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord voorsteekpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Bart Moerman“Thomas Cook geeft ‘voorsteekpas’ op Brussels Airport” (28 juli 2014 om 06:09), De Standaard