vooroordelenval
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·oor·de·len·val
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vooroordeel zn en val zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vooroordelenval | vooroordelenvallen |
verkleinwoord | vooroordelenvalletje | vooroordelenvalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- een misverstand dat ontstaat doordat men een gebruikelijke, maar verkeerde vooropgezette mening heeft
- ▸ Het was natuurlijk een beetje irritant dat ze allebei in dezelfde vooroordelenval waren gelopen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'vooroordelenval' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265